In het schema zijnde oude en nieuwe delen als één complex met één ontsluitingssysteem opgenomen. Het nieuwe gedeelte is zo ontworpen dat de aanwezigheid van het pakhuis overal voelbaar is. Het heeft een U-vormige massa en sluit door middel van glazen volumes aan op de bestaande constructie. Door het grote overstek lijkt de nieuwbouw boven het oude pakhuis te zweven. Op de begane grond is het kavel volledig bestemd voor commercieel gebruik, met een gemeenschappelijke tuin op het dak.
In het pakhuis geven de gietijzeren kolommen en het zichtbare metselwerk de woningen een bijzonder karakter. Met zijn kolommenstructuur is hij uitermate geschikt voor loftwoningen. Dit principe is ook doorgezet in de nieuwbouw. Alle appartementen hebben minimale vaste voorzieningen en maximale indelingsvrijheid. Het is rationeel opgezet, met een computervloer en strategische plaatsing van de kabels en leidingen. De bewoner krijgt een open ruimte, indelingsvarianten en een catalogus van elementen, zoals puien en schuifwanden, waaruit hij of zij de gewenste opstelling kan kiezen.
Het exterieur van het blok heeft een robuuste uitstraling gekregen die aansluit bij de industriële architectuur van de pakhuizen. Hier domineert de steenachtige, strakke uitstraling van het betonnen frame, terwijl aan de hofzijde het hout en glas op de galerijen en terrassen zorgen voor een meer luchtige allure.
In 2002, toen de bouw in volle gang was, werd het pakhuis Australië – Boston volledig verwoest door brand. Omdat het het bepalende beeld was voor het gehele complex, is besloten het gebouw te herbouwen.